Ik ben niet in Palestina geboren,
maar ik behoor tot mijn volk — met hart en ziel.
Toebehoren wordt niet op papier geschreven,
en wordt niet gevormd door grenzen.
Toebehoren wordt in het hart geschreven.
Toebehoren wordt in de ziel gedragen.
Toebehoren wordt bewezen in liefde, in trouw, in opoffering.
Ik heb nooit aan de kust van Gaza gestaan en gezien hoe de zon in de zee verdween.
Ik heb nooit gewandeld door de heuvels van Jeruzalem, verlicht door zonneschijn.
Ik heb nooit olijven geplukt uit haar oude boomgaarden.
Ik heb nooit gebeden op de binnenplaatsen van al-Aqsa, onder haar tijdloze bogen en eeuwige hemel.
Ik ben nooit wakker geworden van het gebulder van vliegtuigen.
Ik ben nooit gevlucht uit het puin van verwoeste huizen.
Ik heb nooit mijn kinderen begraven onder het licht van gebroken sterren.
Ik heb nooit de resten van mijn geliefden verzameld in een plastic zak.
En toch — elke wond heeft mij verwond.
Elke onrechtvaardige dood heeft mijn borst bezwaard.
Elke kreet van een wees heeft mij geschokt.
Elke traan van een moeder heeft mij tot stilte gebracht.
Elke gebed van een vader heeft mij versterkt.
Elke hoop van een kind heeft mij verheven.
Hun wonden zijn mijn wonden.
Hun standvastigheid is mijn trots.
Hun hoop is mijn kracht.
En hun zaak is mijn plicht.
Ik sta niet tussen hen als bezoeker.
Ik spreek niet over hen als vreemdeling.
Ik sta als verwant.
Ik sta als familie.
Ik sta uniek, maar nooit alleen.
Ik sta uniek zoals mijn naam, en één met mijn volk zoals mijn lot.
Niet de aarde bindt mij aan hen, maar liefde.
Niet een voorbijgaand toeval, maar een voorbestemd lot.
Niet een enge nationaliteit, maar een brede natie.
Ik strijd niet met wapens, maar met woorden.
Ik verzet mij niet met haat, maar met waarheid.
En ik verdedig mijn volk zoals een leeuwin haar welpen verdedigt:
met een liefde die niet verzwakt,
met een moed die niet breekt,
met een trouw die niet rust tot haar kleinen veilig zijn.
De waarheid is mijn zwaard.
Gerechtigheid is mijn schild.
Geduld is mijn wapenrusting.
En hiermee zal ik mij nooit overgeven.
Ik ben niet in Palestina geboren,
maar Palestina is in mij geboren.
En ik zal bij mijn volk blijven —
totdat de ketenen van onrecht gebroken zijn,
totdat gerechtigheid door het land stroomt als een rivier,
totdat de oproep tot gebed vrij klinkt uit elke minaret,
totdat veiligheid — de veiligheid van de waarheid — terugkeert naar het land van de profeten en martelaren.
En ik zeg: ik zal niet vergeten.
Ik zal niet zwijgen.
Ik zal mijn gezicht niet afwenden.
Niet vandaag. Niet morgen. Nooit.
Ik zal de martelaren gedenken.
Ik zal de standvastigen eren.
Ik zal de zaak dragen.
Ik zal de hoop bewaren.
En ik zal strijden — met woord, met waarheid, met ziel —
totdat Gods belofte wordt vervuld
en de onderdrukten de aarde erven.